woensdag 11 januari 2006

11 januari, Canouan

We liggen in een grote baai, 20 minuten met de dinghy van de hoofdplaats van Canouan, Charlestown, in een rustige bocht. Hiervoor lagen we aan de andere kant van het eiland, bij een prachtig groot zandstrand en een vervallen hotelletje, vrijwel zonder andere schepen.
Heel mooi, maar daar lagen we te rollen. En eergisteren zag ik het even niet meer zitten: ik was de hele dag wat misselijk, en zo'n boot houdt niet op met bewegen. Soms veel, soms weinig, maar altijd beweging.
Dus die middag heb ik me naar het strand laten brengen met een boekje, terwijl Aart aan het duiken was en Harm een breidel op de ankerketting heeft gezet om het rollen wat minder te maken.

Breidel ?
Met een breidel zet je het schip met de neus in de golven en dan stamp je een beetje, maar rol je niet. Het is steeds zoeken naar een plek waar je rustig ligt: zowel rustig wat betreft de golven, als wat betreft de wind. De wind kan in een hele kalme baai ook over de heuvels naar beneden vallen en heel bobbelig water veroorzaken. Wind is er altijd. Soms een beetje, maar meestal veel. Maar nooit koud.

Haven ?
In een haven aanleggen kan niet: die zijn er niet. Je ankert altijd in een baai. Op sommige plekken heeft de jachthaven moorings: een bal waaraan je kunt aanleggen tegen betaling. En iedereen gaat met een dinghy naar de kant. Als je ankert in een baai heb je altijd binnenkomende deining (en die kan behoorlijk heftig zijn als die vanaf Europa geen eilanden meer gezien heeft). Als de deining dwars op de wind staat, lig je met de kop in de wind en de hele tijd te rollen.

Op deze plek is het prima. Vlak bij een klein strandje waarvandaan we gisteren gesnorkeld hebben. De rest is rotsige kust. Gisteren hebben we rond borreltijd een hele poos gekeken naar de pelikanen die aan het duiken waren naar vis in een fuik die door een visser 's morgens was uitgezet.
 
Waaroverheen ?
En ik ben ook over de misselijk heen: vermoedelijk was het toch de kreeftensalade die we de volgende dag hadden gemaakt van de 2 kreeften. De karkassen hebben een nacht buiten gestaan en de volgende dag hebben Lizzy en ik ze schoongepeuterd (3 ons kreeftenvlees!) en toen kon het pas in de koelkast. Te laat, denken we nu. Aart heeft een nacht slecht geslapen, Lizzy had spierpijn en ik was een dag misselijk. Dus ik heb m'n zeebenen weer terug.
 
Ons programma
Aart is vandaag weer gaan duiken. Lizzy en ik zijn de wal op geweest om het eiland te bekijken. Niet heel veel te zien, afgezien van adembenemende uitzichten over een zeer blauwe zee, natuurlijk. We hebben het resort van Donald Trump overgeslagen, maar wel een vruchtensapje gedronken in het zeer sjieke hotel waar we aangelegd hebben aan de jetty.

Bequia
Morgen naar Bequia (spreek uit Bek-wee), weer een oversteek van een uur of 4, 5. Golven van 3 meter en 20 knopen wind. Maar de wind schuin achter dus zeilen of motor-zeilen. In Bequia gaan we van boord, om ook nog een ruime week op land te zijn.
Dan moeten we dus onderdak gaan zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten