zondag 9 juli 2006

Tís alweer voorbij

Zondagmiddag 9 juli. We zijn alweer thuis na een doorwaakte nacht in het vliegtuig. De reis is zo kort dat van slapen nix terecht komt omdat er ook eerst nog een maaltijd naarbinnen gewerkt moet worden. ...
 
Er is nog wat te vertellen.
 
Donderdags zouden we gaan kanoën maar het regende weer heel hard de hele ochtend. Het is regentijd maar zoveel water als er deze week gevallen is, is toch niet normaal zei Akkie. Dus heb ik me maar als regenmaker gepositioneerd tegenover de chauffeur (Nigeriaan), die kon dat wel begrijpen.
Dus 's middags naar het museum in Lagos, waar naast Benin bronswerk ook de geschiedenis van de volkeren van Nigeria te lezen is (dat zijn 3 grote stammen en wel 50 "etnische groepen"). Vroeger veel kleine rijkjes, veel oorlog, veel sjeiks en Oba's, veel doden ook. Het laatste deel gaf een overzicht van alle regerings- en juntaleiders na de dekolonisatie. Dat zijn er veel! Klap op de vuurpeil: de auto waar Murtala Muhammed inzat toen hij vermoord werd. Een Mercedes.
Lekker gegeten in een restaurant al viel zo nu en dan de stroom uit maar dat is normaal. NEPA staat voor Nigerian Electricity and Power Association maar beter is: Never Expect Power Anytime.
Het huis heeft een generator die dan in 5 seconden de power supply overneemt. De tijdklok in de generator leert dat dat in 50% van de tijd aan de orde is....
 
Vrijdag vroeg naar Lekki Conservatory, een half (nou ja in de regentijd wat meer) ondergelopen moeras-mangrovegebied waarin een vlonderbrug doorheen is aangelegd. Weer leuke vogels gezien (bijeneter, mooie spreeuwen) maar geen krokodillen.
 
'S middags kwam de kledenman op bezoek en is er druk gezoicht en gehandeld om mooie tafel- en dekkleden te kopen. Wat rustiger dan op de markt! Vervolgens in een Thai's restaurant gegeten, heel lekker maar ze mogen de generator wel wat sneller starten....
 
Zaterdag alweer. Met de boot door de kreken van de Lagoon naar het strand, ruim een uur varen. Daar koloniaal in een hut gezeten aan de rand van een dorpje, tegen de zee aan. Terwijl de boys van de lokale bevolking onze vleesjes schroeiden discussieerden we over het land en de vooral de toekomst van het land. T wordt em niet schatten we zo in, het project zal niet slagen (zie enkele dagen terug.)
Flessen leeg en vleesjes op, weer in de speedboot terug. Deels door de haven. Wat opvalt is de gigantische hoeveelheid schroot (gezonken schepen) die overal liggen, veel meer dan bijv. op de Caribische eilanden die regelmatig getroffen worden door orkanen. Maar in Nigeria is windkracht 6 al heel bijzonder..... Maar schroot wordt niet opgeruimd, niet in de haven en niet op het land. Het land is een gigantische vuilnisbelt aan het worden, er staan wekelijks duizenden   2de hands auto's op de wal in de haven maar die oude worden niet tot schroot gemalen.
 
En daarna dus naar het vliegveld, geen bewaking dit keer maar op zaterdag zijn er geen (lees: nauwelijks) files. En files zijn het grootste gevaar omdat overvallers die wat willen dan de kans hebben (of als je een lekke band hebt.)

donderdag 6 juli 2006

Kindertehuis en Wamco

Vanmorgen naar het Hearts of Gold Children’s Hospice. Met 2 grote tassen kleren en een envelop met geld in de auto er naar toe. We werden verwelkomd door de eigenaresse, mevrouw Theresa Omolaja Aredoyin, die erg blij was met de kleertjes. En met het geld natuurlijk. Daar gaat ze de buitenkant van het huis van schilderen. Ik moet zeggen dat alles er erg keurig uitzag, voor Nigeriaanse omstandigheden. Schoon, met voor elk kind een eigen  bedje (donatie van Unicef). Er zijn nu 34 kinderen, waarvan de laatste eergisteren is binnengebracht Door de politie: gevonden in een halfafgebouwd en leegstaand huis. Een heel klein babietje, maar wel levendig en ze ziet er uit of ze “goed” is. Van de 34 zijn er ongeveer 10 kinderen niet gehandicapt. Vijf daarvan zijn tussen 3 en 5 jaar en gaat naar een kleuterschooltje in de buurt. Ook een prima schooltje, met kleurig speelgoed en prentenboekjes en wandplaten met cijfers en oefenmaterialen (rechts en links, boven en beneden, voor en achter, enz). De andere 5 zijn nog babies.
Er worden op dit moment alleen nog gehandicapte kinderen opgenomen (behalve in geval van nood, zoals het nieuwe vondelingetje). Er ligt bijvoorbeeld een jongetje met een waterhoofd en vreselijk dunne armpjes en beentjes, die is binnengebracht met zijn broertje, Dominique. Dat broertje zal wel overleven, van de ander is het maar zeer de vraag. Dominique was heel wild toen hij binnenkwam, alleen om zich heen slaan en bijten. Beide jongetjes zijn zo’n jaar of 3, 4, misschien 5. Je vraagt je af in welke omstandigheden ze tot nu toe hebben overleefd. Nu is Dominique een van de kinderen die tegen je aan kruipt als je bij ze gaat zitten. Hij praat niet, maar wil je wel vasthouden. Net als Beauty, een meisje van 5 met een waterhoofd , dat niet kan lopen, maar wel duidelijk kan aangeven wat ze wil: ze klimt langs iedereen omhoog tot op je schoot. Jimmy kan alleen liggen, op zijn buik of rug, maar kruipt op die manier naar je toe en maakt geluidjes om je aandacht te trekken. Aandacht is wat de kinderen duidelijk te kort komen. Ze zijn schoon en goed gevoed en gekleed (ze waren allemaal in hun beste kleertjes voor het bezoek), maar het is duidelijk dat ze alleen aandacht krijgen voor verzorging: om eten te krijgen of gewassen te worden of zo. Er wordt niet met ze gespeeld en ook niets gedaan om hun ontwikkeling te stimuleren. Dat is natuurlijk ook moeilijk, met zoveel kinderen die allemaal hun eigen behoeftes hebben. Ook is er niet voldoende ruimte in het huis voor een echte speelkamer. Er is één tamelijk kleine kamer waar de ongeveer 10 niet-babies liggen op plastic/schuimrubber matten. Als je oefeningen met ze zou willen doen, moet je eigenlijk een aparte ruimte hebben. Ook is het moeilijk met één kind iets te doen, omdat ze allemaal je aandacht willen.
 
Akkie en ik hebben het er over gehad wat je zou kunnen doen om echt verbeteringen te stimuleren. Dat is gecompliceerd, al is het alleen maar omdat het moeilijk is gemotiveerd personeel te krijgen hier om voor gehandicapte kinderen te zorgen. Die worden vooral gezien als een straf van god, dus moet je je er niet te veel mee bemoeien. En het personeel wordt uiteraard niet dik betaald. De eigenaresse is zeer gemotiveerd en heeft geld om het huis plus personeel in stand te houden, maar ook voor haar zijn er grenzen aan wat ze kan doen. Ze krijgt hulp: Wamco bijvoorbeeld doet maandelijks een donatie van melk en melkpoeder. Akkie is via familie thuis op zoek naar een goed tweedehands busje. Donaties leveren geld op voor medische behandelingen van sommige kinderen. Zo redt ze het voorlopig. Maar er zijn veel plannen die nog niet gerealiseerd kunnen worden: een tweede huis, waar alleen gehandicapte kinderen wonen en waar ook een grotere ruimte zou zijn voor een schooltje voor hen.
Ik ga als ik thuis kom eens praten met Manon (van de Pabo) en Geiske (van Gezondheidszorg) of er niet een multidisciplinair team van studenten naartoe kan gestuurd als stage of afstudeeropdracht. Er zijn hier wel expats waarbij de studenten kunnen wonen voor een paar weken.
 
Aan het eind van de middag zijn Aart en ik naar Arend op de fabriek gegaan en hebben een rondleiding gehad. Het leuke van een Afrikaanse fabriek is dat je van alles kunt zien, wat thuis achter gesloten deuren gebeurt: de lege en de volle blikjes zie je boven je hoofd in rijen voorbij komen. Het is ingewikkelder dan verwacht: er worden blikjes gemaakt (van platen staal, laklaagjes, datumstempels, blikjes opbouwen uit 2 stukken, melk erin, deksel erop, steriliseren, homogeniseren, afkoelen, etiketteren, weer datumstemples, inpakken, kwaliteitscontrole, opslaan) en 2 soorten melk gemaakt (op recept de ingredienten mengen) en 3 soorten poedermelk gemaakt (waaronder chocoladepoeder) in 3 soorten verpakking. 
Alles gezien. Leuk.

woensdag 5 juli 2006

Maandag en dinsdag: Lekki Market en Badagri


Maandag zijn Akkie en ik naar Lekki Market geweest, zoals Aart als schreef. Die markt is redelijk dichtbij, ook op een van de eilandjes vóór Lagos. Net als Victoria Island, waar we wonen. Lekki heeft een groot stuk “art”, naast de etenswaren en zo. Veel mooie dingen gezien. Maskers en stoeltjes en andere houtwaren uit alle streken. Ik vond 2 leuke beeldjes met kralen, maar de prijs was me te hoog. Ook zijn we op zoek geweest naar “tradebeads”. Voor de kenners: venetiaanse millefiori-kralen zijn speciaal gemaakt als handelswaar voor deze streken. Ook koraal is heel waardevol. Die kralen worden gedragen door gezagsdragers bij bijzondere gelegenheden. oraal vind je niet meer op de markt, de millefiori wel (als je goed zoekt). Er was één man die mooie had, maar die vroeg er ook te veel voor, vond ik. Je moet wel goed weten wat je zoekt en hoe je kwaliteit kunt herkennen, want anderen kwamen met veel slechtere waar aan, tot geschilderde millefiori aan toe. Na 2 kraampjes weet de hele markt waar je naar zoekt, namelijk. Verder gezocht naar een vervanging van mijn keniaanse schaakstukken. Wel een schaakbord gezien, maar de stukken waren lang niet zo mooi als die ik had, dus ook niet gekocht. Wel munten voor mijn vader, en bronzen kralen.
We vertrokken ’s morgens om een uur of tien. De chauffeur, Edwin, brengt eerst Arend naar de fabriek (vertrek half zeven, aankomst kwart over zeven), moet dan terug door het spitsuur en zit gegarandeerd vast in de file. Dat kan tussen de anderhalf en twee-en-een-half uur duren. Dus voor 9 uur kan akkie nergens naar toe. Kan ook 10 uur of later worden. En aan Edwin ligt het niet. Dat is een betrouwbare vent die ook de wegen in Lagos goed kent.
Na Lekki zijn we nog langs een dure expat-winkel geweest om te kijken of die een schaakbord hadden, maar ook die hebben het niet. Soapstone is echt Kenia.
We waren tegen half 3 thuis. Om half drie moest Edwin weer naar de fabriek om Arend op te halen, die vroeg naar huis wilde. Die was om een uur of 6 binnen. Het verkeer in Lagos is een ramp. Straten zijn slecht, overal verkeersopstoppingen waar busjes rechts en links langs proberen te wurmen, zodat in heel korte tijd de boel helemaal vast zit.  Het betekent wel dat op normale dagen, als arend werkt, je maar een paar uur het huis uit kunt om iets te doen, en dan vooral vast zit in het verkeer. 

Dinsdag naar Badagri, met Arend, die een dagje vrij had genomen. Dus we konden vroeg weg én Arend kon nog uitslapen ook. Dat was anderhalf uur rijden naar een stadje aan de oude slavenkust. Er is een slaven-museumpje, met gids, wel schattig. Een gruwelijk verhaal natuurlijk. Wel zijn de teksten duidelijk over het feit dat slaven al lang gehouden werden voordat de europeanen erin gingen handelen. Bij Badagri hadden alle landen hun eigen stuk grond waar ze slaven verzamelden voordat ze verscheept werden: Brazilianen en Portugezen en Engelsen, Nederlanders, Spanjaarden. Duidelijk is dat we daar de Portugezen dik verslagen hebben, zowel in landbezit als verscheepte slaven.
Er is een eilandje voor de kust waar ze dan naartoe werden gebracht en ingescheept: the point of no return. We zijn met een visserbootje over gezet en hebben de route gelopen. Daarna nog even naar een vissersdorpje verderop, waar we hebben gepraat met een man die daar een nieuwe missie aan het stichten was. Op dat eindje alleen zagen we al 2 verschillende kerken. Gewoonlijk zie je er tientallen op een rij langs de straat. Hoop op het volgende leven houdt arme mensen hier op de been.
De terugreis vroeg bijna 3 uur: veel slow-slows (= files).

maandag 3 juli 2006

Lang weekend Ibadan

De regen vrijdagochtend was de zwaarste buiengolf van de laatste jaren. Dat was te merken want het verkeer in de hele stad stond zo vast als een huis, mede door de ‘relaxte’ rijstijl van de locals. Normaal gesproken zijn 2 baans wegen hier al 4 baans maar vrijdag zelfs 4,5 tot soms 5 baans. En soms ff net weer niet :-((
In sommige straten (zoals hier voor de deur) stond het water 30 cm hoog.
Akkie Else en ik zijn gaan winkelen maar na 2 winkels (de eerste was dicht, personeel was niet op komen dagen) en 3 uur bivakkeren in de files maar naar huis gegaan.
 
Eind van de middag via de fabriek (Arend opgehaald) naar Ibadan, 150 km Noord. Mede dankzij de zwaailichten van Security ging het nu heel wat sneller en net voor donker kwamen we aan op het compound van de IITA. Dit is een terrein van enkele 10-tallen hectare met hotel en restaurant. In het weekend zijn er vooral expats en upper-Nigerians, door de weeks studenten. Het is een terrein voor gewasproeven en –onderzoek met o.a. landbouwterrein, een aangelegd meer en bush. Ideaal voor vogels kijken, en dat hebben we dan ook gedaan. Zaterdag en zondag flink door de bossen en langs het meer gelopen, mede olv een engelse ecoloog die niet alle vogels kent qua vluchtbeeld en profiel maar ook qua geluid. En in het dichte oerwoud is dat heel handig.
De lijst van vogels is te lang om hier neer te zetten, maar spectaculair waren de bat hawk (jagen 2* per dag op vleermuizen, dawn&dusk), Ibidan Malinbe (endemisch), ijsvogeltjes en sunbirds (Eurafrikaanse variant van de hummingbird maar ze kunnen niet stilstaan in de lucht).
 
Zaterdagmiddag op een markt in Ibadan geweest, druk en ontspannen. Mijn petje met ‘Holland’ erop was genoeg voor de meeste mannen om te lachen en te vertellen dat er 20 gele kaarten waren uitgedeeld in de wedstrijd met Portugal. Nog meer lachen… Via een pottenbakker (potten waren op!) terug naar de compound. De file op de enige noord-zuid weg door Ibadan was weer immens, mede door een doodgeslagen? chauffeur vanwege een botsing. Niemand bemoeit zich ermee maar op een 2-baansweg geeft een botsing direct problemen en een dode zeker. De politie gaat dan snel naar het eind van de file om daar het verkeer te regelen en gaat zeker niet naar het ongeluk…. en ons escorte was er niet. Maar het helpt om dan als blanke wat aanwijzingen te geven, Aart stapte op de chauffeurs af en ineens ging het verkeer weer bewegen. A miracle (zoals ze er heel veel hebben in dit land).
 
Op zondag eerst weer een wandeling door het oerwoud gemaakt en daarna in de auto weer een ronde langs het meer gereden. Eind van de middag terug naar Lagos, onder escorte. Gemiddeld 100 km/uur op een soort snelweg waar soms grote gaten in zitten, de lokale commuter buses van rechts naar links over de weg schieten om passagiers op te pikken en de kooplui hun spullen slijten. En stamppot gescoord om cassave te malen, alle onderhandelings-trucs uit de kast gehaald om uiteindelijk op 30% van de eerste vraagprijs uit te komen.
 
De religieuze situatie in dit land is nogal mixed. In het Noorden voornamelijk moslims maar die wonen ook wel in het Zuiden; een enkele keer zie je gesluierde vrouwen, één keer zelfs helemaal gesluierd (Burqa). In het Zuiden veel christelijke kerken, de ene afscheiding na de andere en bijv. langs de snelweg naar Ibadan enkele megacomplexen (“prayer city”) van de diverse afsplitsingen. De kerkleiders zelf wonen vaak in Amerika…
 
President Obasanjo heeft kortgeleden gezegd dat ‘Nigeria remained a special project that God would not abandon’ en ‘God will complete the Nigerian project’.
Maar vanuit mijn vakachtergrond vraag ik me af: wie is eigenlijk opdrachtgever van het project? En wat zijn de SMART doelstellingen?
 
Vanochtend is Else met Akkie naar de markt en ik ben wat aan het lezen en de website bezig. We vermaken ons prima. Morgen weer een hele dag uit.