woensdag 5 juli 2006

Maandag en dinsdag: Lekki Market en Badagri


Maandag zijn Akkie en ik naar Lekki Market geweest, zoals Aart als schreef. Die markt is redelijk dichtbij, ook op een van de eilandjes vóór Lagos. Net als Victoria Island, waar we wonen. Lekki heeft een groot stuk “art”, naast de etenswaren en zo. Veel mooie dingen gezien. Maskers en stoeltjes en andere houtwaren uit alle streken. Ik vond 2 leuke beeldjes met kralen, maar de prijs was me te hoog. Ook zijn we op zoek geweest naar “tradebeads”. Voor de kenners: venetiaanse millefiori-kralen zijn speciaal gemaakt als handelswaar voor deze streken. Ook koraal is heel waardevol. Die kralen worden gedragen door gezagsdragers bij bijzondere gelegenheden. oraal vind je niet meer op de markt, de millefiori wel (als je goed zoekt). Er was één man die mooie had, maar die vroeg er ook te veel voor, vond ik. Je moet wel goed weten wat je zoekt en hoe je kwaliteit kunt herkennen, want anderen kwamen met veel slechtere waar aan, tot geschilderde millefiori aan toe. Na 2 kraampjes weet de hele markt waar je naar zoekt, namelijk. Verder gezocht naar een vervanging van mijn keniaanse schaakstukken. Wel een schaakbord gezien, maar de stukken waren lang niet zo mooi als die ik had, dus ook niet gekocht. Wel munten voor mijn vader, en bronzen kralen.
We vertrokken ’s morgens om een uur of tien. De chauffeur, Edwin, brengt eerst Arend naar de fabriek (vertrek half zeven, aankomst kwart over zeven), moet dan terug door het spitsuur en zit gegarandeerd vast in de file. Dat kan tussen de anderhalf en twee-en-een-half uur duren. Dus voor 9 uur kan akkie nergens naar toe. Kan ook 10 uur of later worden. En aan Edwin ligt het niet. Dat is een betrouwbare vent die ook de wegen in Lagos goed kent.
Na Lekki zijn we nog langs een dure expat-winkel geweest om te kijken of die een schaakbord hadden, maar ook die hebben het niet. Soapstone is echt Kenia.
We waren tegen half 3 thuis. Om half drie moest Edwin weer naar de fabriek om Arend op te halen, die vroeg naar huis wilde. Die was om een uur of 6 binnen. Het verkeer in Lagos is een ramp. Straten zijn slecht, overal verkeersopstoppingen waar busjes rechts en links langs proberen te wurmen, zodat in heel korte tijd de boel helemaal vast zit.  Het betekent wel dat op normale dagen, als arend werkt, je maar een paar uur het huis uit kunt om iets te doen, en dan vooral vast zit in het verkeer. 

Dinsdag naar Badagri, met Arend, die een dagje vrij had genomen. Dus we konden vroeg weg én Arend kon nog uitslapen ook. Dat was anderhalf uur rijden naar een stadje aan de oude slavenkust. Er is een slaven-museumpje, met gids, wel schattig. Een gruwelijk verhaal natuurlijk. Wel zijn de teksten duidelijk over het feit dat slaven al lang gehouden werden voordat de europeanen erin gingen handelen. Bij Badagri hadden alle landen hun eigen stuk grond waar ze slaven verzamelden voordat ze verscheept werden: Brazilianen en Portugezen en Engelsen, Nederlanders, Spanjaarden. Duidelijk is dat we daar de Portugezen dik verslagen hebben, zowel in landbezit als verscheepte slaven.
Er is een eilandje voor de kust waar ze dan naartoe werden gebracht en ingescheept: the point of no return. We zijn met een visserbootje over gezet en hebben de route gelopen. Daarna nog even naar een vissersdorpje verderop, waar we hebben gepraat met een man die daar een nieuwe missie aan het stichten was. Op dat eindje alleen zagen we al 2 verschillende kerken. Gewoonlijk zie je er tientallen op een rij langs de straat. Hoop op het volgende leven houdt arme mensen hier op de been.
De terugreis vroeg bijna 3 uur: veel slow-slows (= files).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten